Sense-making?

Hoe kun je de wereld om je heen beter begrijpen en je acties met anderen en je omgeving afstemmen? Stel je rijdt in het verkeer af op een samenvoeging van wegen zoals een kruispunt met borden of verkeerslichten of een rotonde. Hoe bepaal je dan je gedrag? Althans, de meeste mensen…

 

  1. Een eenvoudig kruispunt met verkeersborden
    Je kijkt of je voorrang hebt, of niet. Afhankelijk van je voorrang en het overige verkeer maak je een keuze en onderneem je actie.
  2. Een kruispunt met verkeerslichten
    Wanneer de verkeerssituatie ingewikkelder wordt met fluctuerende verkeersstromen dan kunnen verkeersborden ontoereikend zijn. Je bent bekend met verkeerslichten. Rood is rood, groen is groen. Bij rood stop je en bij groen kun je doorrijden. Om je te helpen is het rode licht altijd boven en het groene licht onder. Kom je bij een verkeerslicht dan kijk je naar de toestand, beoordeel je de situatie en stop je of rijd je door.
    De werking van het systeem is hier een stuk gecompliceerder. Er zijn meerdere mogelijkheden afhankelijk van het verkeer. Bij de aansturing van een kruispunt heb je regels over wanneer welk licht op rood staat en welke op groen, eventueel is dat verkeer-gestuurd en soms met voorkeur voor OV dat achter ligt op schema. Als gebruiker echter heb je geen zorgen over deze ingewikkelde situaties.
  3. Een rotonde
    Er zijn een aantal basisregels die gelden wanneer je op een rotonde oprijdt. Gelukkig hoef je alleen rekening te houden met het verkeer in je directe nabijheid. Mogelijk zijn er extra aanwijzingen met verkeersborden die je snel kunt interpreteren.

Eén van de manieren om complexiteit te begrijpen is met het Cynefin framework. De verkeerssituaties hierboven beschrijven 3 gradaties van complexiteit : eenvoudig, gecompliceerd en complex.

Wanneer je in het verkeer een simpele categorisering kan doen dan is het ‘eenvoudig’. Zoals de kleur van het licht of de betekenis van een verkeersbord. Het wordt ‘gecompliceerd’ wanneer er meerdere mogelijkheden zijn en het verkeer meer lijkt op bijvoorbeeld de werking van een machine. Het kan zijn dat de werking ervan niet direct duidelijk is, maar dan kun je altijd nog onderzoeken hoe het werkt, of een expert vragen die het kan uitleggen. 

Het wordt ‘complex’ als er meerdere onafhankelijke verkeersdeelnemers zijn, ieder met hun eigen wil en gedrag, zoals bij een rotonde. Elke verkeerssituatie is anders en afhankelijk van hoe de gebruikers zich gedragen. Daardoor kunnen er bij identieke verkeerssituaties toch een andere uitkomsten ontstaan.

Een groot verschil tussen een rotonde en verkeerslichten is dat bij een rotonde de deelnemers actief betrokken zijn, de energiekosten lager zijn en er geen centrale coördinatie is. Bij verkeerslichten zijn er mensen die even volledig met iets anders bezig zijn zolang het licht op rood staat.
Bij een rotonde zijn er slechts een paar regels. Afhankelijk van de verkeerssituatie en de deelnemers ontstaat er coördinatie. Het systeem is energie-efficiënt want elke deelnemer gebruikt precies genoeg van zijn beschikbare aandacht op het moment dat het nodig is. Wanneer er geen verkeer is dan gebruikt een rotonde ook geen (besluitvormings)energie. Dit systeem groeit automatisch mee met het aantal deelnemers dat er gebruik van maakt.

 Deze principes kom je tegen in de natuur en kun je ook toepassen op allerlei andere organisatie- en coördinatie mechanismen in onze maatschappij.